Laphroaig (spreek uit als Láa-froig) is een distilleerderij van Islay. Ik zie deze altijd als ‘een van de dikke turf whisky’s’.
Het eerste waar ik bij deze whisky van gecharmeerd was, was de eenvoud van het etiket van de Laphroaig 10. Gewoon, zwart wit..alsof het thuis op een printer was gemaakt. Prachtig!
De distillery
De naam Laphroaig komt uit het Gaelic en betekent “Het mooie dal aan de brede rivier”.
De distillery is opgericht door twee broers, Alex en Donald Johnston. Die heetten dan weer eigenlijk McDonalds, maar ze waren vluchtelingen uit de Jacobite-opstand en vluchten vanuit centraal Schotland naar Islay.
Dat Islay een afgelegen eiland is, blijkt wel uit de officiële oprichtingsdatum, 1815. Pas in 1823, met de invoering van de Excise Act, werd het stoken van whisky toegankelijk voor de onafhankelijke stokers.
Tot 1954 werd de distillery gerund door nakomelingen van de twee broers. De laatste, Ian Hunter, bleef kinderloos en na zijn dood nam een van de managers, Bessie Williamson, het roer over.
The 1815
Nou, over Laphroaig gesproken…The 1815, legacy edition.
De huidige distillery manager, John Campbell, heeft deze whisky gemaakt ter ere van alle distillery managers die hem voorgingen. De Laphroaig distillery bestaat sinds 1815, dus in de meer dan 200 jaar zijn er nogal wat managers geweest die samen Laphroaig ontwikkeld hebben tot wat het nu is, een grootse whisky.
Deze NAS (no age statement) whisky heeft gerijpt op first fill bourbon barrels en nieuwe Europese hogsheads.
De stills bij Laphroaig zijn heel klein, een korte nek. Hierdoor wordt de whisky wat zwaarder, minder bloemig en krijgt deze meer ‘dikke’ smaken zoals teer en leer (in het algemeen dan).
Deze whisky is gebotteld op 48%. Ik kan niets vinden of ze hebben bijgekleurd, ik kan het me echter niet voorstellen.
De smaaknotities
De kleur is mooi donker, bruin-oranje.
De geur is heel fruitig, kruidig en natuurlijk…peat. Het is de kenmerkende medicinale turfgeur die we van Islay wel kennen. Abrikoos, kaneel, krenten…dat zijn wel de duidelijkste geuren (naast de peat).
De smaak is heel vol en complex. Ik proef bij de eerste slok al dat ik er dadelijk een paar druppels water bij doe.
De smaak wordt pas echt duidelijk bij de tweede en derde slok…de mond moet eerst even wennen.
Naast de duidelijk aanwezige turf proef ik duidelijk een houtsmaak, noten, karamel en gedroogd fruit. Het zijn wel dikke smaken, dit is geen whisky voor een beginnende drinker.
De afdronk is lang, met tonen van hout, peper en kruiden.
Met wat water wordt de geur meteen een stuk zachter, ik ruik iets van mout, krenten en kruiden.
Ook de smaak is veel zachter, maar wel tonen van leer, eiken en turf nog steeds…