Jameson is de meest populaire Ierse whiskey. Sinds 1780 maken ze die blend in Dublin, in eerste instantie aan Bow street. De whiskey productie is nu veel te groot en de oude distillery aan Bow street doet nu dienst als een soort museum en er worden rondleidingen gegeven, veel oude spullen staan er nog. De oprichter, John Jameson (1740-1823) was grappig genoeg zelf een Schot en was getrouwd met Margaret Haig, de dochter van John Haig (jeps, die van de Schotse whiskey).
Tegenwoordig produceren ze Jameson in de Middleton distillery net buiten Cork. Ze maken daar ook Midleton, Powers, Redbreast, Spot en Paddy.
In 1966 fuseerden de Ierse distilleerderijen tot de “Irish Distillers” groep. In 1989 kocht Groupe Pernod Ricard de Irish Distillers Groep.

Wat zit er in de fles?

Jameson is een blend van single pot still whiskey en graan whiskey. De single pot still gebruikt gemoute en ongemoute groene gerst. Die wordt in een straal van 75 km rondom Cork verbouwd. Bij Jameson distilleren ze driemaal in tegenstelling tot veel Schotse whisky’s. De Schotten distilleren slechts tweemaal, op een enkele uitzondering na. Drie keer distilleren geeft een zachtere smaak aan de whiskey. Deze whiskey heeft 4 jaar gerijpt in bourbon en versterkte wijnvaten.

De smaaknotities

De kleur van de whiskey is goudgeel, een beetje licht.
De geur is erg zacht en zoet. Er zit wat eikengeur en fruitbloesem in.
De smaak is ook zacht, kenmerkend voor Ierse whiskey. Totaal geen turf of rook, wel erg kruidig, noten, vanille en een beetje dik. Had ik al gezegd dat dit hele zachte whiskey is?
In de afdronk, die best wel lang is, komt wat pittig naar boven, samen met honing.