De distillery
Glenmorangie staat bekend om een paar hele bijzondere feiten.
Glenmorangie [uitspraak: klemtoon op MOR, dus het rijmt op orange, dus glen-MOR-angie] heeft de hoogste stills van Schotland, 5.14 m om precies te zijn, net zo hoog als een volwassen giraffe. Deze stills zijn van oorsprong oude gin-stills die William Mattheson in 1843 overkocht om zo de Glenmorangie distillery te starten. Die hoge stills zorgen voor veel reflux (terugstroom van de alcoholdamp), zeker omdat de nek na de bocht nog steeds verder omhoog gaat. Op die manier komen alleen de meest vluchtige alcoholdampen in de condensor en krijg je een lichte en vriendelijke whisky. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Laphroaig die hele korte, lage stills heeft…daarmee krijg je dus dikke, zware whisky.
Ze hebben ook een eigen bos in de VS, The Ozark mountains. Daar maken ze zelf vaten van Amerikaans eiken die eerst twee jaar blootgesteld worden aan de open lucht. Vervolgens worden ze uitgeleend aan Jack Daniel’s en Heaven Hill en rijpt er vier jaar lang bourbon in. Dan worden die vaten in z’n geheel (!) naar Schotland vervoerd om er vervolgens tien jaar Glenmorangie in te laten rijpen.
Glenmorangie staat ook bekend als de uitvinder van het finishen. Dat is echter niet helemaal waar. Die eer gaat naar David Stewart van The Balvenie, die in 1983 The Balvenie Classic creëerde. Glenmorangie heeft het finishen wel tot grote hoogte gebracht en een ommezwaai in de whiskywereld veroorzaakt. Eind jaren ’90 kwamen ze met een speciale variant, het was deze tien jarige The Original die nog twee jaar langer in speciale vaten had nagerijpt. Tegenwoordig brengen ze drie varianten standaard op de markt, Nectar D’or die in Sauternes vaten heeft gerijpt, Lasanta heeft in sherryvaten gerijpt en voor Quinta Ruban gebruiken ze portvaten om te finishen. Ze hebben meerdere speciale finishes, maar deze drie hebben ze in principe altijd op de markt.
Wat zit er in de fles?
De fles heeft een kleine metamorfose ondergaan, maar de inhoud is nog altijd de vertrouwde whisky, het vlaggenschip uit Tain.
Bij Glenmorangie gebruiken ze de vaten altijd twee keer en ook niet vaker. De vaten komen dus uit de Ozark mountains en ze liggen in de traditionele Dunnage warehouses 10 jaar te rijpen.
Het goudkleurige logo op de doos en fles is het ‘Signet’ logo, geïnspireerd op de inscripties op de Cadboll stone. Die steen dateert nog uit de tijd dat de Picten dit deel van Schotland bewoonden, rond de tijd van de achtste eeuw.
De whisky is gebotteld op 40%, ik kan niets vinden over bijkleuring of hoe de whisky is gefilterd…vaak is dat geen goed teken.
De smaaknotities
De kleur is best licht, strogeel. Daarmee lijkt die niet bijgekleurd te zijn, dan maken ze de whisky meestal donkerder.
De geur is heel zacht en vriendelijk. Vanille, fruit, bloemen, krenten. De geur is zoet, maar daarnaast zit er een mooi palet aan andere geuren bij.
De smaak is fris, licht en zoet. Perzik, vanille en karamel zijn de eerste smaken die ik proef. De textuur is heel zacht, bijna boterzacht. Na een aantal slokjes komen er wat dikkere smaken naar voren, zoals hout, custard en noten.
De afdronk blijft mooi hangen, maar niet heel erg lang. Een volle mond met de wegebbende smaken die net zijn beschreven. De whisky eindigt droog met smaken van honing, vanille en noten.
Dat dit een van de bekende en best verkochte Scotch is, is geen verrassing. Wat een parel uit de Highlands is dit.
Leuk detail, deze whisky wordt ook besteld door Connor McLeod, de Highlander uit de gelijknamige films. Ik geloof dat hij deze whisky in deel 2 besteld, “a double Glenmorangie on the rocks”.