Toen ik me nog niet zo bezighield met whisky en alles eromheen, vond ik deze fles er altijd erg whisky-ig uitzien, een mooie merknaam in een prachtige fles met een mooi traditioneel etiket.
Het is Bunnahabhain, een distillery van Islay. Allereerst de uitspraak, ik heb mijn research gedaan. Veel Schotten zeggen Bu-na-‘ha-ben, maar in Gaelic (Gè-lik) wordt een bh combinatie een v, dus dan wordt de uitspraak Bu-na-‘ha-ven. Beide uitspraken zijn acceptabel…maar de uitspraak met de ‘v’ staat ook op de rug van de kartonnen koker.
Islay
Nu denken veel mensen dat alle whisky van Islay een rookbom is, maar dat moet wel genuanceerd worden. Van de Bruichladdich distillery bijvoorbeeld komen drie varianten; Bruichladdich zelf, een unpeated whisky, Port Charlotte die van licht peated naar heavily peated gaat en als laatste Octomore, zeer zwaar geturfd (zelfs ’s werelds zwaarst geturfde whisky).
Maar, van het hele eiland komen whisky’s die sterk variëren in de hoeveelheid turf. Als vuistregel kun je zeggen dat de distillery’s uit het noorden lichter, delicater en subtieler zijn. De zuidelijke whisky’s zijn zwaarder, meer geturfd…een (rook)bom. Deze Bunnahabhain komt uit het noorden, zo’n 7-8 km ten noorden van Port Askaig. Vanuit de distillery kijk je over het water (The Sound of Islay) naar “The Paps of Jura”.
De Distillery
Bunnahabhain bestaat al sinds 1881 en er is sindsdien niet veel veranderd. Ze hebben de moutvloer verwijderd, er zijn twee stills bij gekomen…en dat is het eigenlijk.
Ze hebben kleine stills, zoals meerdere Islay distillery’s. Kleine peervormige stills hebben weinig reflux (terugstroom) en daardoor krijg je een krachtige whisky met veel laagjes en ook zwaardere smaken.
Voor het rijpen gebruiken ze geen specifieke vaten. Ze gebruiken bourbon, sherry en refill vaten om daarmee het karakter van de malt het best tot z’n recht te laten komen.
Ze gebruiken ongeturfde gerst, ze drogen de mout met warme lucht. Om te voorkomen dat het water in aanraking komt met turf, wordt het van grote diepte opgepompt en via een waterleiding naar de distillery vervoerd.
Wat zit er in de fles?
An Cladach betekent ‘De kust’, diezelfde kust die uitkijkt op het buureiland Jura. Dit is de derde uit een serie die initieel voor de reisbranche (Travel retail) is gemaakt. De vorige twee waren Eirigh Na Greine en Cruach Mhona. Deze flessen komen dan ook in een liter uitvoering en niet in 70cl flessen.
De whisky heeft op sherry vaten gerijpt, het is een NAS whisky (leeftijd onbekend). De sherry vaten brengen een zoete smaak aan de whisky. Samen met de zilte invloeden van de zee die tegen de warehouses aanklotst zit er een mooi samenspel van zilt en zoet in de whisky.
De whisky is natural coloured, non-chill filtered en op een behoorlijke 50% sterkte gebotteld.
De smaaknotities
De kleur van de whisky is donker goud, er zit een rode schijn in. Het is geen jonge whisky!
De geur is mooi zacht voor de sterkte. Fruit, karamel en vanille zijn de eerste geuren die ik oppik.. Op de achtergrond is de sherryinvloed duidelijk aanwezig. Het is een hele vriendelijke, zoete geur. Van het zilte pik ik (nog) niets op.
De smaak is mooi vol, de whisky gaat goed rond in de mond. Een zijde-achtige textuur waarbij de sherry goed te proeven is. Noten, fruit, kruiden en nu in de smaak is het zilte karakter wel te proeven.
Het is echt wel een stevige whisky, de 50% is goed in de mond te merken. Het is dan ook belangrijk dat je een whisky als deze rustig aan drinkt bij het proeven. De eerste helft van het glas smaakt een heel stuk steviger dan de tweede helft.
Ik proef er nu geen nieuwe smaken meer in, ik doe er een paar druppels water bij. Hierdoor gaan de dikkere oliën die in de whisky nog gebonden zitten los. Door de non-chill filtration zitten die foezeloliën er nog in.
De geur wordt zachter, maar blijft gelijkwaardig. De fruit en karamel blijven vrijwel hetzelfde. De vanille is iets prominenter aanwezig.
Ook de smaak is veel zachter, ik vind ‘m zo eigenlijk een stuk lekkerder. De smaakelementen blijven nu ook aanwezig, maar op een veel vriendelijkere manier.
Top!